43. Prediker 9: 4-6 Het leven is hard, maar veel beter dan de dood.

Zoals gezegd: de eerste 10 verzen van Prediker 9 horen echt bij elkaar. We kijken nu naar vers 4 tot en met 6, maar om het verband niet uit het oog te verliezen lezen we het geheel van de verzen 1-10 nog een keer door:

1 Voorzeker, dit alles heb ik ter harte genomen, zodat ik dit alles zou kunnen verklaren: hoe de rechtvaardigen en de wijzen en hun werken in de hand van God zijn. Ook liefde, ook haat kent de mens niet: alles ligt vóór hem.
2 Eén en hetzelfde overkomt allen als alle anderen: de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en reine en de onreine, wie offert en wie niet offert, wie goed is vergaat het net als de zondaar, wie zweert net als wie bevreesd is een eed af te leggen.
3 Dit is een kwaad bij alles wat er onder de zon plaatsvindt: dat allen een en hetzelfde overkomt. Ook is het hart van de mensenkinderen vol kwaad. Hun leven is vervuld van onverstand in hun hart, en daarna gaan zij naar de doden.
4 Want wie nog bij al de levenden mag behoren, heeft hoop. Een levende hond is namelijk beter dan een dode leeuw.
5 Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Zij hebben ook geen loon meer, maar hun nagedachtenis is vergeten.
6 Ook hun liefde, ook hun haat, ook hun afgunst is al vergaan. Zij hebben geen deel meer, voor eeuwig, aan alles wat er onder de zon plaatsvindt.
7 Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken.
8 Laat uw kleding te allen tijde wit zijn en laat op uw hoofd geen olie ontbreken.
9 Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt, al de dagen van uw vluchtige leven die Hij u gegeven heeft onder de zon, al uw vluchtige dagen. Want dit is uw deel in het leven en bij uw zwoegen waarmee u zwoegt onder de zon.
10 Alles wat uw hand vindt om te doen, doe dat naar uw vermogen, want er is geen werk, er is geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf, waar u naartoe gaat.

De verzen 4 tot en met 6 lijken een argument te zijn voor Prediker om te genieten van de goede dingen in het leven. Die goede dingen komen dan in de verzen 7 tot en met 10 aan de orde. Voor mijn gevoel komen de verzen 4 tot en met 6 op het volgende neer: het mag dan waar zijn dat het leven voor alle mensen vol tegenslag is; maar het leven is tóch verre te verkiezen boven de dood.

Leven - Photo by Alvin Mahmudov on Unsplash 
Vs 4 Want wie nog bij al de levenden mag behoren, heeft hoop. Komt hier ons gezegde 'zolang er leven is, is er hoop' vandaan? Dat moet bijna wel. Het leven is niet altijd een pretje, maar toch veel beter dan de dood, want: een levende hond is beter dan een dode leeuw. Waarschijnlijk was dit een spreekwoord in Predikers tijd. Een leeuw gold als een toonbeeld van kracht, majesteit, superioriteit. Een hond wordt hier gebruikt in verachtelijke zin, dat is voor ons misschien even wennen. Ik weet niet of een hond altíjd als een verachtelijk beest werd gezien maar het woord kón in ieder geval zo gebruikt worden, in de geschiedenis van David en Goliath bijvoorbeeld. Als Goliath David zonder harnas, zonder zwaard, met alleen maar zijn herdersstaf en een slinger op zich af ziet komen voelt dat voor hem als een belediging; waarom komt er niet een zwaar uitgeruste krijger om met hem de strijd aan te binden? Stelt híj, de reusachtige Goliath, dé kampvechter van de Filistijnen, dan zó weinig voor? En dan zegt hij: 'Ben ik een hond, dat je met stokken naar mij toe komt?' (1 Samuël 17: 43) Ben ik zó verachtelijk? Het is dus krachtige beeldspraak: een levende hond is nog altijd beter dan een dode leeuw.

Dood - Photo by Mathew MacQuarrie on Unsplash
Vs 5 En waarom is het leven dan toch beter dan de dood? Tja, hier volgt een argument, dat ik eerlijk gezegd nogal teleurstellend vind: de levenden weten tenminste nog dat zij eens sterven zullen, de doden weten helemaal niets. Ik vind dit teleurstellend, zei ik, maar dit is toch het woord van God en dus moet ik leren, dit te zien als iets positiefs: dat ik als levende wéét, dat ik eens moet sterven! En ja, dat is ook goed om te weten! Maar dan denk ik vooral ook aan een leven ná dit leven, dankzij de genade van God in Christus. Het sterven is de ontmoeting met de levende God waarop ik mij moet voorbereiden, en ik wil leren daarnaar te verlangen. Maar ... dát bedoelt Prediker hier niet, het lijkt er tenminste niet op als hij zegt; de doden weten helemaal niets. Dat lijkt niet echt op een leven na het sterven. Het lijkt meer op wat mijn buurman ooit tegen me zei: 'Ik zeg je, dood is dood. Dan lig je onder de groene zoden en dan weet je helemaal niets meer.' Als hij deze tekst uit de Bijbel had gelezen, had hij vast gezegd: 'Zie je wel, zelfs de Bijbel geeft mij gelijk'. En nu weet ik ook wel dat deze ene tekst niet 'de Bijbel' is, maar toch, het is wel een lastige tekst...

Maar we gaan verder: de doden hebben geen loon meer. Positief gezegd dus voor de levenden: Zij hebben loon voor hun zwoegen. Met je loon kun je gezond voedsel kopen voor jezelf en je kinderen, daar kun je blij om zijn. Als je urenlang hebt gezwoegd en je huis zit weer goed in de verf, daar houd je een tevreden gevoel aan over, dat is een beloning. De doden hebben dat niet meer en hun nagedachtenis is vergeten. Daar zou je over kunnen discussiëren; er zijn best doden die wij niet vergeten zijn, maar voor 99% van alle doden in de wereldgeschiedenis heeft Prediker natuurlijk gelijk: hun nagedachtenis is vergeten. Dus positief geherformuleerd voor de levenden: als je leeft zijn er mensen die aan je denken. Alleen dat al kan je goed doen.

Vs 6 Van de doden geldt dat de herinnering aan hen vergaan is (vs 5) en ook hun liefde, ook hun haat, ook hun afgunst is al vergaan. Als je dood bent, dan doe je er gewoon niet meer toe, je hebt definitief, 'voor eeuwig', geen deel meer aan alles wat er onder de zon plaatsvindt.

Samengevat
Ik ga een poging wagen om in één zin duidelijk te maken wat Prediker in de verzen 1 tot en met 6 wil zeggen. Volgens mij komt het hierop neer:

Het leven mag dan vol tegenslag, gezwoeg en geploeter zijn (vs 1-3), tóch is het leven nog altijd verre te verkiezen boven de dood (vs 4-6).

Het vervolg in de verzen 7-10 sluit daar dan ook volkomen logisch op aan: geniet dan van alle mooie dingen in het leven, zolang je leeft.

Reacties

Populaire posts van deze blog

2. Wie is de schrijver van Prediker?

55. Prediker 12: 2-8 ... voordat de kwade dagen komen (deel 2)

35. Prediker 7: 15 - 18 Wees niet al te rechtvaardig en wees niet al te goddeloos