6. Prediker 1: 5 - 8 Een eeuwig durende cirkel
Het hele gedicht hoort bij elkaar, vind ik. Ik kan het niet maken om slechts de regels die we nu aan de orde stellen hier te citeren. Dus ik zet het gedicht in zijn geheel weer hier neer. Lees de verzen 5 - 8 met extra aandacht, want daar gaat het deze keer over:
2. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker,
een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig.
3. Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen
waarmee hij zwoegt onder de zon?
4. De ene generatie gaat en de andere generatie komt,
maar de aarde blijft voor eeuwig staan.
![]() |
De wijze dichter. Pixabay.com |
5. De zon gaat op, de zon gaat onder,
en zij hijgt naar haar plaats, waar zij opging.
6. De wind gaat naar het zuiden
en draait naar het noorden.
Al draaiend en draaiend
gaat de wind,
en al draaiend
keert de wind weer terug.
7. Alle rivieren gaan naar de zee,
toch raakt de zee niet vol.
Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen,
daarheen keren zij terug,
om vandaar weer te gaan stromen.
om vandaar weer te gaan stromen.
8. Alle dingen zijn zo vermoeiend,
dat niemand het kan uitspreken.
Het oog wordt niet verzadigd van zien,
het oor wordt niet vol van horen.
9. Wat er geweest is, dat zal er weer zijn.
Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden.
Er is niets nieuws onder de zon.
10. Is er iets waarvan men kan zeggen:
Kijk eens, dat is nieuw?
In de eeuwen die voor ons geweest zijn,
is het er al geweest.
11. Er is geen herinnering aan de vroegere dingen.
Ook aan latere dingen, die nog komen,
zal geen herinnering zijn
bij hen die daarna komen.
In vs. 4 wordt in de woorden generatie gaat en generatie komt het thema van steeds zich herhalende dingen ingezet. In de volgende verzen komt dat terug:
Vs 5. De zon gaat op, de zon gaat onder,
en zij hijgt naar haar plaats, waar zij opging.
Een steeds doorgaande beweging dus. Door de zon te laten 'hijgen naar haar plaats waar zij opging' legt Prediker er iets van vermoeidheid in, alsof de zon er zelf ook moe van wordt.
Vs 6. Met de wind is het al net als met de zon; een eindeloze cirkelbeweging. Naar het zuiden, naar het noorden,
Al draaiend en draaiend
gaat de wind,
en al draaiend
keert de wind weer terug.
Vs. 7 Ook dit vers beschrijft een altijd maar doorgaand proces. Sommige vertalingen hebben in de tweede helft van het vers iets in de trant van 'altijd maar weer stromen de rivieren naar de zee'. (KV, Luther) Andere vertalingen (SV, NBV, HSV) hebben iets over 'het terugkeren van de wateren naar waar ze vandaan kwamen'. In de woorden van de HSV:
Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen,
daarheen keren zij terug, om vandaar weer te gaan
stromen.
Het doet me denken aan wat ik op de middelbare school leerde over de kringloop van het water: naar zee stromen, verdampen, als regen, hagel of sneeuw weer op de aarde neervallen en ... opnieuw gaan stromen naar de zee. Als ik in de Studiebijbel naar de letterlijke vertaling kijk, dan denk ik dat deze 'kringloop-vertaling' de beste is, maar hoe het ook zij:
Alle rivieren gaan naar de zee,
toch raakt de zee niet vol.
Vs. 8. Alle dingen zijn zo vermoeiend,
dat niemand het kan uitspreken.
Het oog wordt niet verzadigd van zien,
het oor wordt niet vol van horen.
Alle dingen zijn al die dingen die vs. 4 tot en met 7 noemt, de altijd voortdurende cirkelbeweging. Alles is voortdurend in beweging maar in feite blijft toch alles hetzelfde. Daarvan zegt Prediker:
Alle dingen zijn zo vermoeiend,
dat niemand het kan uitspreken.
Onuitsprekelijk vermoeiend dus, voor de mensen. Alles is voortdurend in beweging, altijd is er wel weer iets 'nieuws' om te zien voor het menselijk oog. Altijd hoor je wel weer iets 'nieuws' wat je aandacht trekt:
Het oog wordt niet verzadigd van zien,
het oor wordt niet vol van horen.
Wie weet is dat in onze tijd nog wel sterker het geval dan in Predikers tijd. Nieuwe boeken, een nieuwe president in Amerika, een nieuwe auto op elektriciteit of zelfs op waterstof in plaats van brandstof, de nieuwste i-phone, een nieuw type flatscreentelevisie, een nieuwe film, de zelfrijdende auto ...
Het oog wordt niet verzadigd van zien
het oor wordt niet vol van horen
Maar hoe nieuw is het eigenlijk? Daarover de volgende keer in de verzen 9 tot en met 10.
Reacties
Een reactie posten