9. Prediker 2: 1 - 11 Ik ontzegde mijn hart geen enkele blijdschap, maar het was alles najagen van wind
1 Ik zei in mijn hart: kom toch, ik zal u op de proef stellen met blijdschap, en zie daarom het goede aan. Maar zie, ook dat was vluchtig.
2 Over het lachen zei ik: dwaasheid, en over de blijdschap: wat brengt die teweeg?
3 Ik onderzocht mijn hart door mijn lichaam te verkwikken met wijn (mijn hart echter behield in wijsheid de leiding) en door dwaasheid aan te grijpen, totdat ik zou zien wat het beste is voor de mensenkinderen om onder de hemel te doen tijdens het getal van hun levensdagen.
![]() |
Pixabay |
4 Ik heb voor mijzelf grootse dingen tot stand gebracht:
Ik bouwde mij huizen,
ik plantte mij wijngaarden.
5 Ik legde mij tuinen en boomgaarden aan
en plantte daarin allerlei vruchtbomen.
6 Ik legde mij waterbekkens aan
om daaruit een bos met jonge bomen te bevochtigen.
7 Ik verwierf slaven en slavinnen
en de in huis geboren kinderen behoorden mij toe.
Ook had ik grote kudden runderen en kleinvee,
meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn.
8 Ik vergaarde mij ook zilver en goud,
kostbaarheden van koningen en gewesten.
Ik zorgde voor zangers en zangeressen,
en de genoegens van de mensenkinderen: genot in overvloed
9 Ik werd groter en nam toe,
meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn.
Ook bleef mijn wijsheid bij mij.
10 Al wat mijn ogen verlangden,
onthield ik ze niet.
Ik ontzegde mijn hart geen enkele blijdschap,
want mijn hart werd verblijd
vanwege al mijn zwoegen.
Dat was mijn deel voor al mijn zwoegen.
11 Toen richtte ik mijn aandacht op al mijn werken, die mijn handen gemaakt hadden, en op het zwoegen waarmee ik had gezwoegd om ze tot stand te brengen. Zie, het was alles vluchtig en najagen van wind. Daarin was geen voordeel onder de zon.
Predikers onderzoek
Vs 1 Prediker vertelt dat hij uitgeprobeerd heeft het geluk te zoeken in het zich overgeven aan de genoegens van het leven en hij vermeldt alvast zijn conclusie: mislukt! Ook dat blijkt hăbēl, damp, vluchtig. Zie verder bij vs 3 hieronder.
Vs 2 is weer (iets minder duidelijk misschien) een parallellisme, er wordt dus twee keer hetzelfde gezegd:
- lachen --> dwaasheid
- blijdschap --> wat brengt die teweeg?
De tweede uitspraak is wat mij betreft het meest helder: als je de blijdschap, de vrolijkheid goed beschouwt, wat levert het uiteindelijk op? Niets.
Vs 3 In vers 1 zei Prediker dat hij 'zichzelf op de proef wilde stellen met blijdschap'. In dit vers krijgt dat 'met blijdschap' reeds het begin van een invulling en in vs 4 - 8 nog een veel uitgebreidere invulling. Maar hier noemt hij alvast het drinken van wijn en het - wat algemene - aangrijpen van dwaasheid met het doel: totdat ik zou zien wat het beste is voor de mensenkinderen om [...] te doen. Met andere woorden; de 'blijdschap' uit vers 1, het verkwikken met wijn, het dwaasheid aangrijpen, en alle activiteiten en genoegens die volgen in vers 4 tot en met 8, dat alles is een middel voor Prediker geweest. Met als doel: zichzelf op de proef stellen (vs 1), om uit te proberen wat het beste is voor de mensenkinderen om te doen. Proefondervindelijk vaststellen, dat heeft hij gedaan. Wat is het beste voor de mensenkinderen om te doen? Moet je zorgen voor veel mooie dingen om je heen, voor veel plezier? Wat doet het met je als je jezelf omringt met kunst, muziek, dans, goed glas wijn erbij? Brengt dat geluk?
In vs 4 - 8 beschrijft Prediker wat hij allemaal gedaan heeft om zichzelf op de proef te stellen met blijdschap. En dat is gigantisch! Hij bouwde huizen, legde parken aan, hij plantte bossen, hij ontwierp een soort irrigatiesysteem om die bossen van water te voorzien (vs 6), hij omringde zich met een enorme hoeveelheid personeel; slaven en slavinnen en ook de kinderen van die slaven en slavinnen behoorden hem toe*. Hij had een enorme veestapel, runderen, schapen en geiten (kleinvee), hij haalde zilver en goud uit allerlei streken, hij zorgde voor professionele musici aan het hof, en voor genot in overvloed. De vertaling voor šiddâ en wǝšiddôt waarvan de betekenis is (bij)vrouw/veld en (bij)vrouwen/velden, volgens de Studiebijbel. Dus de vertaling van de NBV, die spreekt over het genot van vele vrouwen is niet eens zo vergezocht. Denkend aan Salomo met zijn vele vrouwen of meer algemeen aan de context waarin een steenrijk Oosters vorst met een uitgebreide harem leefde is dat een logische vertaling. En het past ook uitstekend aan het eind van deze opsomming.
*Dit klinkt voor ons misschien een beetje negatief, maar dat kan Prediker niet helpen. In zijn tijd lag dat anders. Slaven waren heel gewoon, je hoeft niet aan uitbuiting en wreedheden te denken. Het klinkt hier dus positief; als één van de vele mooie en goede dingen waarmee Prediker zich omringde.
Tegelijkertijd merk ik aan mezelf dat ik toch wel met gefronste wenkbrauwen zit na deze verzen; enerzijds heb ik bewondering voor de denkkracht en ondernemingszin van Prediker, anderzijds zit er in mijn beleving ook een opklimmende decadentie in deze verzen. Alles is voor hemzelf, lijkt het wel; ik bouwde mij huizen, ik vergaarde mij zilver en goud, en als die vertaling van die vrouwen juist is, nou ja... Maar waarschijnlijk kan ik me niet genoeg losmaken van mijn eigen culturele context. En Prediker zegt in vs 9: ook bleef mijn wijsheid bij mij. Bovendien wil ik hier niet iets beoordelen, maar ik wil zo helder mogelijk proberen door te geven wat hier eigenlijk in de Bijbel staat. En ja; het staat er gewoon.
![]() |
Ik ontzegde mijn hart geen enkele blijdschap Photo by jorge avina from freeimages.com |
We kunnen in ieder geval dit zeggen: Predikers doel was om proefondervindelijk vast te stellen wat het met hem zou doen als hij zich geen enkele blijdschap, geen enkel genoegen zou ontzeggen. Welnu, dit onderzoek heeft hij uiterst diepgaand uitgevoerd. Het moet een meerjarenplan geweest zijn, misschien kun je beter spreken van een levenslang project. Met recht kan Prediker na de verzen 4 t/m 9 zeggen:
Vs 10 Al wat mijn ogen verlangden,
onthield ik ze niet.
Ik ontzegde mijn hart
geen enkele blijdschap.
Tenslotte een tip: lees deze verzen 4 tot en met 10 langzaam voor jezelf door en laat iedere zin even op je inwerken, stel je er iets bij voor. Misschien werkt dat veel beter dan het lezen van mijn gedachtespinsels.
Predikers conclusie naar aanleiding van zijn onderzoek
En wat was het resultaat? Werd ik er gelukkiger van, vraagt Prediker zich uiteindelijk af. In vers 10 lijkt het er eerst op van wel:
want mijn hart werd verblijd
vanwege al mijn zwoegen.
Maar het is direct al een zin met iets tegenstrijdigs in zich. Enerzijds zegt Prediker: mijn hart werd verblijd, dus positief resultaat hebben zijn bezigheden wel degelijk gehad. Tegelijkertijd zegt hij dat het een blijdschap is vanwege al zijn zwoegen, dus het heeft wel veel moeite gekost. En hij gebruikt het woord zwoegen direct nog een keer:
Dat was mijn deel voor al mijn zwoegen
De NBV vertaalt: 'dat was het loon voor al mijn gezwoeg' en dat is mooi duidelijk. Alleen de SV gebruikt hier het neutrale woord 'arbeid', alle andere door mij gebruikte vertalingen hebben 'zwoegen' of iets in die trant. Ook de Studiebijbel geeft aan dat het gaat om 'moeitevol gezwoeg'. Dus Prediker zegt dat zijn hart werd verblijd maar dat de prijs hoog was. Terugkijkend ervaart hij het bouwen van paleizen, het aanleggen van parken en boomgaarden, het verzamelen van rijkdommen, het organiseren van feesten met muziek en dans en vrouwelijk schoon als 'al mijn zwoegen'. Een begin van teleurstelling klinkt hier reeds in door.
En die teleurstelling slaat in vers 11, als Prediker de zaak eens goed overdenkt ('toen richtte ik mijn aandacht op al mijn werken...) genadeloos toe. Weer gebruikt hij twee keer het woord zwoegen. En hij komt tot de conclusie: Zie, het was alles vluchtig en najagen van wind. Daarin was geen voordeel onder de zon. Dit resultaat van zijn onderzoek had Prediker in vers 1 en 2 al wel aangekondigd, maar het komt toch nog keihard aan. Vluchtig! Hăbēl. En hij heeft zulke mooie bouwwerken neergezet! Najagen van ... wind! En hij heeft zo genoten van die zangers en zangeressen! En al dat zilver en goud? Daarin was geen voordeel onder de zon!
![]() |
Zie, het was alles vluchtig en najagen van wind. Pixabay |
Waarom komt dit Bijbelgedeelte, als ik de woorden rustig op me in laat werken, zo bij me binnen? Het is misschien niet eens echt Salomo die dit zegt. Het is misschien maar bedacht door iemand die de vage naam 'Kohelet' aangenomen heeft en die suggereert dat Salomo dit gezegd zou kunnen hebben. En trouwens, zo rijk als Salomo ben ik toch niet en zo'n leven heb ik ook niet. En toch raakt het me; vluchtig, najagen van wind, geen voordeel onder de zon! Hoe kan dat? Ik denk, omdat we het allemaal tóch herkennen, al zijn we geen Salomo. We herkennen dat zwoegen. We herkennen dat kort durende gevoel van blijdschap en we herkennen dat het weer voorbijgaat, vluchtig, als een damp.
Reacties
Een reactie posten