13. Prediker 3: 1 - 8 Er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel
Prediker 3: 1 - 8 is weer een gedicht, een gedicht dat qua thematiek doet denken aan Prediker 1: 2 - 11. Ook daar ging het over de loop der gebeurtenissen op deze aarde. Daar lag de nadruk op de altijd doorgaande kringloop in de natuur en in mensenlevens en op het feit dat er niets nieuws is onder de zon. Hier in Prediker 3 zien we die altijd durende cirkelbeweging ook wel (bijvoorbeeld in 'geboren worden en sterven') maar de nadruk ligt hier meer op het bezig zijn van de mens. En dan ziet Prediker dat ons leven uit voortdurende tegenstellingen bestaat:
1 Voor alles is er een vastgestelde tijd,
en een tijd voor elk voornemen onder de hemel.
2 Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven;
een tijd om te planten
en een tijd om het geplante uit te trekken;
3 een tijd om te doden
en een tijd om te genezen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen;
4 een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om rouw te bedrijven
en een tijd om te huppelen;
5 een tijd om stenen weg te werpen
en een tijd om stenen te verzamelen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om zich ver te houden van omhelzen;
6 een tijd om te zoeken
en een tijd om verloren te laten gaan,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te werpen;
7 een tijd om stuk te scheuren
en een tijd om dicht te naaien,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken;
8 een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten,
een tijd van oorlog
en een tijd van vrede.
2 Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven;
een tijd om te planten
en een tijd om het geplante uit te trekken;
3 een tijd om te doden
en een tijd om te genezen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen;
4 een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om rouw te bedrijven
en een tijd om te huppelen;
5 een tijd om stenen weg te werpen
en een tijd om stenen te verzamelen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om zich ver te houden van omhelzen;
6 een tijd om te zoeken
en een tijd om verloren te laten gaan,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te werpen;
7 een tijd om stuk te scheuren
en een tijd om dicht te naaien,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken;
8 een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten,
een tijd van oorlog
en een tijd van vrede.
![]() |
Er is een tijd om te omhelzen... Pixabay |
Het is poëzie; je moet er rustig de tijd voor nemen. Je moet het rustig lezen, herlezen, op je laten inwerken, jezelf afvragen wat de lijn in het geheel is, wat beelden zouden kunnen betekenen, en zo probeer je als het ware in het gedicht door te dringen. Ik probeer er enkele dingen over te zeggen, zonder het hele gedicht van vers tot vers langs te lopen.
- Zoals gezegd gaat het in dit gedicht om het bezig zijn van de mens: huilen of lachen (vs 4), stenen verzamelen of wegwerpen) (vs 5), zwijgen of spreken (vs 7). In vers 1 zou je ook kunnen denken aan Goddelijke besturing; voor alles is er een vastgestelde tijd. Wie heeft die tijd vastgesteld? Misschien wordt hier God bedoeld. Nu geeft de Studiebijbel de betekenis van het Hebreeuwse zǝmān weer als een (bepaalde) tijd, let wel: met bepaalde tussen haakjes. Dus inderdaad kan de gedachte dat God voor alles een tijd vastgesteld heeft hier in Predikers woorden liggen, het is ook een Bijbelse gedachte. Wel is het woord 'bepaalde' dan vrij sterk vertaald. en in de tweede regel wordt duidelijk dat dit het handelen van de mens zeker niet uitsluit; er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel, voor elk(e) verlangen / zaak / aangelegenheid, zegt de Studiebijbel.
- Ook vers 2 wordt in de oorspronkelijke taal (en in de meeste Nederlandse vertalingen) op een actieve wijze uitgedrukt; er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven in plaats van een tijd om geboren te worden. Dit actieve komt overeen met planten en het geplante uittrekken. We zien hier echt een mens die bezig is.
- Een mens die altijd maar bezig is, dat beeld komt tenminste bij mij heel sterk naar boven als ik het gedicht lees en herlees. Positieve en negatieve dingen wisselen elkaar steeds maar weer af. Er is een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen (vs 3b). Soms noemt Prediker het negatieve eerst en daarna het positieve (zoals in vs 3b), dan weer eerst het positieve, gevolgd door het negatieve; er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten (vs 8a). Het is net de wirwar van het leven zelf.
- Vanaf vers 2 bestaat ieder vers uit twee uitspraken. Als ik me niet vergis zijn dit steeds parallellen. Bij vers 8 is dit bijvoorbeeld vrij duidelijk; liefhebben = vrede en haten = oorlog. Als je ieder vers zo als elkaar aanvullende parallellen leest, dan weet je soms niet waar je voor moet kiezen. In vers 7 bijvoorbeeld: zijn wij mensen bezig om stuk te scheuren door te zwijgen of juist door te spreken?
- De focus in het hele gedicht ligt op de relatie tussen mensen. Bij stenen verzamelen en stenen wegwerpen zou je in eerste instantie nog aan bouwactiviteiten kunnen denken, maar de parallel in dit 5e vers maakt duidelijk dat dit beelden zijn voor omhelzen of zich ver te houden van omhelzen.
![]() |
...en een tijd om zich ver te houden van omhelzen. Pixabay |
Ons leven is dus een leven waarin uitersten elkaar afwisselen, zegt Prediker. Wij doden en we genezen, we laten verloren gaan en we zoeken, we lachen en we huilen, we haten en we hebben lief, we scheuren stuk en we naaien scheuren dicht. En dit gaat zo al eeuwen door... Geen wonder dat Prediker in vers 9 en 10 vervolgt met woorden als 'zwoegen' en 'vermoeien'. Maar niet alleen dat, maar ook, dat God alles op zijn tijd mooi gemaakt heeft en dat een mens het goede moet genieten. Maar dat is voor de volgende keer...
Reacties
Een reactie posten