18. Prediker 4: 4-6 Een hand vol rust is beter dan beide vuisten vol zwoegen
De verzen 4 tot en met 6 gaan weer over het zwoegen van de mens. Prediker is hier, om zo te zeggen, weer meer in balans dan in de vorige verzen, waar hij alleen maar doffe ellende voor zich zag. Hij richt zijn blik nu weer op een ander onderdeel van het menselijk bestaan:
4 Verder zag ik van al het zwoegen en alle bekwaamheid bij het werk, dat het iemand afgunst oplevert van zijn naaste. Ook dat is vluchtig en najagen van wind.
5 De dwaas vouwt zijn handen samen en eet zijn eigen vlees.
6 Een hand vol rust is beter dan beide vuisten vol zwoegen en najagen van wind.
Vs 4 wordt op twee manieren vertaald:
- Zwoegen en vakbekwaamheid leveren afgunst op van een ander. (HSV, SV)
- Zwoegen en vakbekwaamheid komen voort uit afgunst op een ander. (NBV, KV)
De Luthervertaling van 1984 laat het mooi in het midden: Ich sah alles Mühen an und alles geschickte Tun: da ist nur Eifersucht des einen auf den anderen. Ik zou echt niet weten welke vertaling nu de beste is. In beide gevallen echter kun je constateren dat hard werken, al ben je nog zo bekwaam, uiteindelijk geen geluk brengt. Dat heeft Prediker eerder geconstateerd en hij gebruikt er weer bekende woorden voor: hăbēl, damp, vluchtig en najagen van wind. Ga dus niet te veel op in je werk.
Vs 5 legt uit dat je ook niet in het andere uiterste moet vervallen; de dwaas vouwt zijn handen samen. 'Je handen samenvouwen' is een uitdrukking die we ook in Spreuken tegenkomen.* Zowel in Spreuken 6:10 als in Spreuken 24:33 is de bedoeling helder: hier wordt iemand die te lui is gewaarschuwd:
Spreuken 6: 9 Hoelang, luiaard, blijft u liggen?
Wanneer staat u op uit uw slaap?
10 Een beetje slapen, een beetje sluimeren,
een beetje liggen met gevouwen handen!
11 Zo komt uw armoede over u ...
Door direct na vers 4 te zeggen: 'de dwaas vouwt zijn handen samen', wil Prediker kennelijk duidelijk maken dat we hem in vers 4 niet moeten misverstaan, alsof hij voor gemakzucht zou pleiten. Hij noemt luiheid dwaas, omdat je daardoor je eigen vlees eet. Een bijzondere manier van spreken, maar de bedoeling is duidelijk: als je echt te lui bent om voor je eigen boterham te willen zorgen, dan verval je tot armoede, je verteert als het ware jezelf, je eet jezelf op. Ik weet niet wat er in Predikers tijd aan sociale vangnetten bestond, waarschijnlijk niet veel. Dan is Predikers manier van uitdrukken niet eens overdreven, denk ik.
*Dat zou erop kunnen wijzen, dat we in Prediker Salomo kunnen zien
Vs 6 is de juiste middenweg tussen hard zwoegen (vs 4) en luiheid (vs 5): een hand vol rust is beter dan beide vuisten vol zwoegen en najagen van wind. Mooi gezegd: 'beide vuisten' geeft de gespannenheid van het gezwoeg aan. Prediker noemt dat zwoegen in zijn vertrouwd rakend taalgebruik: het najagen van wind, damp. Vraag het jezelf maar eens af, als je iemand bent die zó hard werkt, dat je jezelf voorbij rent: 'Waar doe ik het eigenlijk voor, wat jaag ik na, wat levert het op?' Als je er écht in alle rust over nadenkt, zou je wel eens tot de conclusie kunnen komen, dat je wind najaagt. Je hoort wel eens zeggen dat werknemers geen 'van-acht-tot-vijf-mentaliteit' zouden moeten hebben, maar is dat wel Bijbels? Volgens mij is dat precies de mentaliteit die we nodig hebben; zorg voor een 'hand vol rust'!
![]() |
Waar doe je het voor? Pixabay.com |
Reacties
Een reactie posten