32. Prediker 7: 1 - 7 Een goede naam is beter dan goede olie

'Wie weet wat goed is voor de mens in dit leven?', was de vraag in vers 12 van hoofdstuk 6. En hoewel niemand dat misschien echt weet, toch gaat Prediker een poging doen om er iets van te zeggen. En hij gaat dat doen in de vorm van vergelijkingen: het één is beter voor een mens dan het ander. Die 'beter dan'-uitspraken eindigen, als je goed kijkt, in vers 10 maar we knippen dit in twee stukken: vandaag vers 1 tot en met 6.

1 Een goede naam is beter dan goede olie
en de dag van de dood is beter dan de dag dat iemand geboren wordt.
2 Het is beter naar een klaaghuis te gaan dan naar een huis te gaan
waar een feestmaal gehouden wordt.
Dat is immers het einde van iedere mens, en de levende moet het
ter harte nemen.
3 Verdriet is beter dan lachen,
want bij een treurig gezicht gaat het goed met het hart.
4 Het hart van wijzen is in een klaaghuis,
maar het hart van dwazen in een huis van blijdschap.
5 Het is beter te luisteren naar de bestraffing van een wijze
dan dat iemand luistert naar het lied van dwazen.
6 Want als het knetteren van de dorens onder de kookpot,
zo is het lachen van de dwaas.
Ook dat is vluchtig.

Vs 1 bevat een Hebreeuwse woordspeling, ṭôb sem (beter een naam) dan šemen ṭôb (olie goede). 

Als je vers 1 meerdere keren aandachtig leest komen er waarschijnlijk twee vragen bij je naar boven:
  1. Zijn dit twee parallelle uitspraken? Met andere woorden, staat er: 'zoals een goede naam beter is dan goede olie, zó is de dag van de dood beter dan de dag dat iemand geboren wordt?
    Of zijn het twee los van elkaar staande uitspraken?
  2. Moet je de dag van de dood betrekken op jezelf of op het sterven van iemand anders?
Ik denk dat het inderdaad twee parallelle uitspraken zijn. Dat betoogt dr. Aalders in de KV ook en ik geef zijn uitleg hier in eigen woorden weer:
  • je moet sowieso als exegeet altijd naar samenhang zoeken
  • de samenhang in de verzen 1 t/m 6 is duidelijk aanwezig; dan zou het wel raar zijn als Prediker begint met een korte 'losse flodder' die geen verband houdt met de rest. Dat zijn we niet van hem gewend.
  • er is overeenkomst in beide delen van de parallel, er worden twee goede dingen vergeleken: olie, zalfolie, was in Bijbelse tijden een zeer kostbaar iets, het wordt altijd als iets goeds genoemd. En tóch, zegt dit vers - en misschien gebruikt Prediker hier een bekende volksspreuk - tóch is een goede naam nóg beter. Zowel een goede olie als een goede naam verspreiden iemands aangename 'geur'. Zo is ook de dag dat iemand geboren wordt een goede dag. Maar de dag van iemands dood is nog beter
Of het nu over je eigen sterfdag gaat of over de sterfdag van een ander zien we dan vervolgens in Predikers toelichting in vers 2.

Vs 2 Hier zegt Prediker dat het einde van iedere mens voor de levende iets is om ter harte te nemen. Dan moet Prediker in vers 1 dus de sterfdag van iemand anders bedoeld hebben, lijkt mij.*
Het is beter voor de levende naar een klaaghuis te gaan om te rouwen over de gestorvene, dan aan een feestmaal deel te nemen. Laat helder zijn: er is in de Bijbel meestal niets mis met een feestmaal! Het beeld wordt vaak gebruikt voor hemelse sferen en Jezus nam deel aan de bruiloft te Kana en zorgde er zelfs rijkelijk voor wijn om de feestvreugde te behouden. Maar naar een klaaghuis gaan is nog beter, zegt Prediker.

* De keuze van de NBV om vs 1 te vertalen met de dag waarop je sterft is beter dan de dag waarop je wordt geboren lijkt mij daarom niet helemaal juist: er wordt een interpretatie in de tekst gelegd in deze vertaling.

Lachen is goed! Pixabay


Vs 3 en 4 borduren voort op vs. 2. Het verdriet dat beter is dan lachen, gaat waarschijnlijk over het treuren over een gestorvene. Het staat er in vers 3 weliswaar niet bij, maar in vers 4 gaat het weer wel over het klaaghuis. Als ik het goed begrijp is de les van Prediker in vers 3 en 4 ongeveer deze: verdriet laat iets beters na in het hart van ons mensen dan lachen. Let wel: je moet het nog steeds lezen als 'goed' en 'beter': lachen is goed! Net als goede olie. Je hebt het nodig. Maar je hart heeft verdriet nodig om beter te worden. En daarom gaat een wijs iemand verdriet en het klaaghuis en mede-lijden niet uit de weg. Hij wéét dat rouw en verdriet zijn hart meer wijsheid brengen. Maar een oppervlakkig levend iemand schrikt ervoor terug en zoekt liever alleen plezier en plezierige gelegenheden op. Maar het verdriet en het klaaghuis vermijden is dwaas, zegt Prediker. Het is misschien de weg van de minste weerstand, maar de moeilijkere weg is beter.

Van verdriet word je een beter mens! Pixabay.

Vs 5 Net als in vers 4 gaat het ook hier om het aanvaarden van het moeilijkere, wat volgens Prediker beter is dan de weg van de minste weerstand. Het is beter te luisteren naar de bestraffing van een wijze, dan naar 'de lofzang van de dwazen' (NBV).
Vs 6 Prediker vergelijkt dat lied der dwazen met het knetteren van dorens onder de kookpot: distels knetteren luid in het vuur, maar geven niet, zoals een goed stuk hout, warmte. Zó knettert het lachen van een dwaas: het heeft geen enkel nut, is vluchtig.

Reacties

Populaire posts van deze blog

2. Wie is de schrijver van Prediker?

55. Prediker 12: 2-8 ... voordat de kwade dagen komen (deel 2)

35. Prediker 7: 15 - 18 Wees niet al te rechtvaardig en wees niet al te goddeloos