53. Prediker 11: 9 t/m 12: 1 Denk aan je Schepper als je jong bent ...

11: 9 Verblijd u, jongeman, in uw jeugd,
en laat uw hart vrolijk zijn in de dagen van uw jeugd.
Ga in de wegen van uw hart
en volg wat uw ogen zien,
maar weet dat God u over dit alles
in het gericht zal brengen.
10 Weer dus de wrevel uit uw hart,
en doe het kwade weg uit uw lichaam.
De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht.

12: 1 Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen
waarvan u zeggen zult:
Ik vind er geen vreugde in;
2 voordat de zon verduisterd wordt, evenals het licht
en de maan en de sterren,
en de wolken terugkeren
na de regen,
...

11: 9 Dit vers is enerzijds de start van een nieuwe perikoop die doorloopt tot in hoofdstuk 12 vers 7, en anderzijds ook de logische voortzetting van vers 8. In beide verzen wordt namelijk de oproep om zich te verblijden gecombineerd met een vermaning:

de oproep om zich te verblijden:
vers 8: laat hij zich [...] verblijden
vers 9: verblijd u [...] laat uw hart vrolijk zijn

de vermaning:
vers 8: maar laat hij ook denken aan ...
vers 9: maar weet ...

Het verschil is dat Prediker vanaf vers 9 rechtstreeks een jongeman aanspreekt, wat in een Bijbelse context net zo goed iemand van 40 als van 20 jaar kan zijn. Het gaat om iemand die nog gezond en sterk is, de kwalen van de ouderdom hebben nog geen vat op hem.

Om de een of andere reden heeft vers 9 altijd cynisch en dreigend in mijn oren geklonken, in de trant van: 'oké, jongeman, wees jij maar vrolijk en zondig er maar op los, maar ik waarschuw je alvast: God zal je daarvoor straffen!' De kanttekeningen bij de Statenvertaling wijzen ook in die richting: bij de woorden 'ga in de wegen van uw hart' schrijven ze dat Prediker dit 'niet in ernst, maar schertsend, schimpsgewijze' bedoeld heeft.
Maar de meeste uitleggers vatten de woorden 'verblijd u, jongeman, laat uw hart vrolijk zijn' enz. positief op, welgemeend dus, niet cynisch. Deze opvatting lijkt me terecht, omdat ze geheel in lijn is met eerdere adviezen van Prediker om te genieten, om dankbaar en blij te zijn en deze positieve opvatting sluit ook aan bij de verzen 7 en 8; laat de mens zich verblijden. Bovendien hebben we Prediker nergens anders in zijn boek kunnen betrappen op zulk cynisme, hij zegt altijd oprecht wat hij bedoelt, dat kan nu eens somber, zelfs op het depressieve af zijn en dan weer vol levensvreugde, maar cynisch...? Nee.

Verblijd u. laat uw hart vrolijk zijn, ga in de wegen van uw hart - Image by Free-Photos from Pixabay 
Wat Prediker hier doet is, net als in de verzen 7 en 8, het aanbrengen van het juiste evenwicht: laat de mens zich al die tijd verblijden, maar laat hij ook denken aan de dagen van duisternis (vs 8). Prediker zegt dus volkomen oprecht: verblijd u, jongeman, in uw jeugd, laat uw hart vrolijk zijn en zelfs: ga in de wegen van uw hart en wat uw ogen zien! En tegelijk zegt hij er volkomen oprecht bij, dat Gods rechtvaardige, eerlijke, zuivere beoordeling óók over dat genieten van het leven zal gaan: over dit alles zal God u in het gericht brengen. Heb je met een zuiver hart genoten? Dan is er geen veroordeling.

Het genieten is dus goed, je mág gaan in de wegen van je hart en zelfs volgen wat je ogen zien. Maar er kan blijkbaar ook snel iets verkeerds, iets zondigs insluipen, anders zou Prediker niet wijzen op het gericht over dit alles. Waarin zit dan het zondige? Je kunt er hier op los fantaseren, maar misschien is het beter dat af te leiden uit wat er volgt:

10 In de eerste plaats gaat het over je hart, je ziel, je diepste emoties; weer de wrevel uit uw hart. Er staat ka ͑ as, kwelling, boosheid, wrevel, toorn. Dat kan in je hart sluipen; weer dat uit uw hart! Ook al hebben wij het nog zo goed, toch kan er al snel wrevel in ons hart sluipen, zo zitten we in elkaar. We hebben bijvoorbeeld voldoende salaris om een kleine auto van te kunnen rijden, en verder zijn we  gezond en hebben goed te eten, maar toch kijken we wrevelig naar de mooie auto van de buurman, die vent is nog geen 25 jaar oud, werkt nog maar een een paar jaar... Of je hebt samen met je collega een projectplan geschreven, maar jij hebt 95 procent van het werk gedaan, met al je inzet en passie, en je hebt ervan genoten, want het was echt jouw ding. Maar de presentatie aan anderen, dat is meer iets voor jouw collega; hij doet het met vuur en humor, hij heeft de lachers op zijn hand en na afloop krijgt híj de complimenten voor zijn heldere verhaal en jíj staat erbij en kijkt ernaar. Oké, je bent blij dat het plan zo goed wordt ontvangen, maar toch: híj staat daar complimentjes in ontvangst te nemen voor jóuw verhaal. En je voelt wrevel je hart binnensluipen. Weer die wrevel uit uw hart! En misschien betekent dit, dat je het ter sprake moet brengen bij je collega: 'Hé, ik werd eerlijk gezegd een beetje boos, je doet net alsof jíj alles bedacht hebt, is dat wel eerlijk?' Het hoeft niet per se te betekenen dat je je innerlijke wrevel het zwijgen oplegt, daarmee kun je ook jezelf voor de gek houden.
Ik weet niet zeker of dit goede voorbeelden zijn, anders kun je zelf misschien betere bedenken, maar hoe dan ook: we moeten leren ons eigen hart te bewaken: sluipt  er geen wrevel in? En we moeten het opvallende leren zien, hier in Predikers woorden, dat die wrevel niet opkomt in het hart door tegenslag of tegenwerking - dat kan ook - maar juist terwijl er dingen goed gaan, bij het vrolijk zijn, bij het gaan in de wegen van je hart, bij het volgen wat je ogen zien. Zelfs dan, als je het niet verwacht, kan die wrevel je hart binnensluipen.

In de tweede plaats gaat het ook over je lichaam; doe het kwade weg uit uw lichaam, houd je lichaam vrij van kwalen (NBV), doe het kwade weg van uw vlees (SV), halte fern das Übel von deinem Leibe (Luther, 1984). Bij het genieten moet je dus opletten dat je goed zorgt voor je lichaam. Je kunt denken aan alcohol; de slogan 'geniet, maar drink met mate' zou zo maar van Prediker kunnen zijn. Je kunt denken aan het voorkomen van overmatige risico's bij het sporten, je lichaam niet gebruiken voor overspel enz. Het kwade kan, denk ik, zowel de betekenis van ziekte als zonde hebben, het is beide kwaad. Als je denkt aan mogelijk wrevel in je hart,waarover we het zojuist hadden: ook daar kun je lichamelijk last van krijgen!

Het argument om het kwade uit je hart en lichaam te bannen is: die gouden jeugdjaren zijn immers een zucht, ze zijn al snel voorbij zegt de NBV.  Dat laatste lijkt me de juiste vertaling: het duurt te kort om het door wrevel, uitspattingen of overmatig genieten te bederven. De vertaling 'de jeugd is ijdelheid' (SV, NBG) klinkt in onze moderne oren, denk ik, teveel als een impliciete afkeuring van de jeugd en de jonge jaren, en dat kan in de context niet de bedoeling zijn.

12: 1 Waarin sluipt dan het zondige bij het genieten? Deze vraag stelden we onszelf in vers 9 hierboven. Het antwoord was: in je ziel (zo noem ik het hart hier maar even) of in je lichaam; als je diepste innerlijk of je lichaam schade lijdt bij het genieten, dan is het niet goed. Maar een ander antwoord op de vraag waarom er in het genieten iets slechts, iets zondigs kan sluipen is dit: als je geheel voor jezelf geniet, egocentrisch, zonder God, zonder dankbaarheid, zonder connectie met je Schepper. Dat zou een reden kunnen zijn waarom Prediker hier zegt: denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd.

Maar de hoofdreden waarom hij zegt: 'denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd' laat Prediker direct volgen: voordat de kwade dagen komen ... Als je jong en gezond bent, fit, en je hersenen kunnen veel aan, dan is het gemakkelijker om tijd in te ruimen om aan je Schepper te denken. Je bent vaak ook vrolijk en vol goede moed, je zit vol levenslust, je ziet dingen zitten, je durft aan dingen te beginnen: positieve randvoorwaarden om je Schepper te zoeken in Zijn woord en in je gebed. En Jezus Zelf garandeert je, dat zoeken en bidden iets oplevert: bid, en u zal gegeven worden; zoek,en u zult vinden. (Mattheüs 7: 7)

Zoek Hem dus voordat de kwade dagen komen, waarin je die jeugdige kracht en dat vrolijke optimisme kwijtraakt, voordat er jaren naderen waarvan u zeggen zult: ik vind er geen vreugde in (dat wil zeggen: ik vind in die periode, in die jaren geen vreugde, ik ben mijn levenslust kwijt). Misschien zoek ik er teveel achter, maar het valt mij op dat Prediker in het begin over kwade dagen spreekt en daarna over jaren, alsof hij zeggen wil; het aftakelen kan ook jaren duren. Dan moeten we het lezen als een extra aansporing om zo jong mogelijk God te dienen.

2 Feitelijk moeten we nu doorlezen in vers twee, want de zin die in vers 1 begint met denk aan uw Schepper loopt verder in vers 2. Je ziet dat aan het woord voordat, dat herhaald wordt: denk aan uw Schepper ... voordat de kwade dagen komen en in vers 2 voordat de zon verduisterd wordt. Maar dan moeten we eigenlijk verder tot en met vers 7, want als je goed leest blijkt vers 1 tot en met 7 één lange zin te zijn, waarin het woord voordat steeds omschreven of letterlijke herhaald wordt: op die dag (vs 3), wanneer (vs 4), voordat (vs 6).
Om de logische overgang van hoofdstuk 11 naar 12 te demonstreren - van verblijd u in uw jeugd (11: 9) naar denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd (12:1) - heb ik vers 1 hier besproken. Maar omdat het verhaal anders wel erg lang wordt, gaan we de volgende keer verder met vers 2 tot en met 7.

Reacties

Populaire posts van deze blog

2. Wie is de schrijver van Prediker?

55. Prediker 12: 2-8 ... voordat de kwade dagen komen (deel 2)

35. Prediker 7: 15 - 18 Wees niet al te rechtvaardig en wees niet al te goddeloos