Posts

Posts uit november, 2019 tonen

12. Prediker 2: 24 - 26 Het goede genieten komt uit de hand van God

Afbeelding
Nu komt er licht in het verhaal van Prediker, nu komt er hoop. Nu ook introduceert hij de naam van God, dat is opvallend. In heel het voorgaande gedeelte is duidelijk gemaakt dat al ons zwoegen, al onze prestaties, onze rijkdom, onze status die we weten te bereiken, echt álles waarom we ons druk maken, ons niet echt geluk schenkt. En nu volgt dan Predikers conclusie: 24 Is het dan niet goed voor de mens dat hij eet en drinkt en zichzelf in zijn zwoegen het goede laat genieten? Ook dit heb ik gezien: het komt uit de hand van God. 25 - want wie zal eten en genieten buiten Hem? - * 26 Want Hij geeft wijsheid, kennis en blijdschap aan de mens die goed is voor Zijn aangezicht. Aan de zondaar echter geeft Hij de bezigheid om te verzamelen en te vergaren, om het te geven aan wie goed is voor Gods aangezicht. Ook dat is vluchtig en najagen van wind. *  hier volg ik niet de HSV, zie toelichting hieronder Geniet van de gewone dingen. Pixabay.com Vs 24  Je moet geniet...

11. Prediker 2: 17 - 23 Wanhopig gezwoeg onder de zon

Afbeelding
In de verzen 17-23 speelt het 'zwoegen onder de zon' een centrale rol, daarom bekijken we dit stuk in zijn geheel: 17 Daarom haatte ik het leven, want het werk dat plaatsvindt onder de zon, leek mij kwaad. Het is immers alles vluchtig en najagen van wind. 18 Ik haatte ook al mijn zwoegen waarmee ik zwoegde onder de zon, zwoegen dat ik zou moeten overlaten aan de mens die er na mij zijn zal. 19 Want wie weet of die wijs zal zijn of dwaas? Toch zal hij beschikken over al mijn zwoegen waarmee ik, zij het met wijsheid, heb gezwoegd onder de zon. Ook dat is vluchtig. 20 Zo kwam ik ertoe mijn hart te doen wanhopen vanwege al het zwoegen waarmee ik had gezwoegd onder de zon. 21 Want is er een mens wiens zwoegen met wijsheid, met kennis en met bekwaamheid geschiedt, hij moet die als zijn deel overgeven aan een mens die er niet voor gezwoegd heeft. Ook dat is vluchtig en een groot kwaad. 22 Ja, wat heeft de mens aan al zijn zwoegen en aan wat zijn hart najaagt, waarvo...

10. Prediker 2 : 12 - 16 Is wijsheid beter dan dwaasheid?

Afbeelding
In de verzen 12 tot en met 16 denkt Prediker na over wijsheid in vergelijking met dwaasheid: 12 Daarna richtte ik mijn aandacht op het bezien van wijsheid, ook van onverstand en dwaasheid. Immers, hoe zal de mens die na de koning komt, doen wat al gedaan is? 13 Toen zag ik dat de wijsheid voorkeur verdient boven de dwaasheid, evenals het licht voorkeur heeft boven de duisternis. 14 De wijze heeft ogen in zijn hoofd, maar de dwaas wandelt in de duisternis. Toen merkte ik ook dat één lot hen allen treft. 15 Toen zei ik in mijn hart: Zoals het lot van de dwaas ook mijzelf treft, waarom ben ik dan toen zo bovenmate wijs geweest? Ik sprak in mijn hart: ook dat was vluchtig. 16 Er is immers voor eeuwig niet meer herinnering aan een wijze dan aan een dwaas. Wat er nu is, wordt in de dagen die komen allemaal vergeten. Hoe sterft de wijze met de dwaas? Vs 12  begint met een formulering die lijkt op die van vers 11: Toen richtte ik mijn aandacht op al mijn werken (vs ...

9. Prediker 2: 1 - 11 Ik ontzegde mijn hart geen enkele blijdschap, maar het was alles najagen van wind

Afbeelding
1 Ik zei in mijn hart: kom toch, ik zal u op de proef stellen met blijdschap, en zie daarom het goede aan. Maar zie, ook dat was vluchtig. 2 Over het lachen zei ik: dwaasheid, en over de blijdschap: wat brengt die teweeg? 3 Ik onderzocht mijn hart door mijn lichaam te verkwikken met wijn (mijn hart echter behield in wijsheid de leiding) en door dwaasheid aan te grijpen, totdat ik zou zien wat het beste is voor de mensenkinderen om onder de hemel te doen tijdens het getal van hun levensdagen. Pixabay 4 Ik heb voor mijzelf grootse dingen tot stand gebracht: Ik bouwde mij huizen, ik plantte mij wijngaarden. 5 Ik legde mij tuinen en boomgaarden aan en plantte daarin allerlei vruchtbomen. 6 Ik legde mij waterbekkens aan om daaruit een bos met jonge bomen te bevochtigen. 7 Ik verwierf slaven en slavinnen en de in huis geboren kinderen behoorden mij toe. Ook had ik grote kudden runderen en kleinvee, meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn. 8...

8. Prediker 1: 12 - 18 Het kromme kan niet rechtgemaakt worden

Afbeelding
12 Ik, Prediker, was koning over Israël in Jeruzalem. 13 Ik legde mij met heel mijn hart erop toe met wijsheid te onderzoeken, en na te speuren alles wat er onder de hemel plaatsvindt. Dat is een treurige bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft om zich ermee te vermoeien. 14 Ik heb alle werkzaamheden gezien die er onder de zon plaatsvinden, en zie, het was alles vluchtig en najagen van wind. 15 Het kromme kan niet rechtgemaakt worden en wat ontbreekt, kan niet meegeteld worden 16 Ik overwoog in mijn hart: Zie, ik heb mijn wijsheid vergroot en vermeerderd, meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn de hunne. Mijn hart heeft veel wijsheid en kennis ontdekt. 17 Ik legde mij met heel mijn hart erop toe wijsheid te kennen, en onverstand en dwaasheid te leren kennen. Ik merkte dat ook dit slechts najagen van wind is. 18 Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed. Vs 12   Ik, Prediker, was konin...

7 . Prediker 1: 9 - 11 Er is niets nieuws onder de zon.

Afbeelding
Ook nu weer zet ik het gehele gedicht hier neer. Het is goed om het het weer in zijn geheel te lezen, - probeer het maar, dan zul je het merken - en daarna leggen we de focus op de verzen 9 tot en met 11. 2. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. 3. Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon? 4. De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan. 5. De zon gaat op, de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij opging. 6. De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden. Al draaiend en draaiend gaat de wind, en al draaiend keert de wind weer terug. 7. Alle rivieren gaan naar de zee, toch raakt de zee niet vol. Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen, daarheen keren zij terug, om vandaar weer te gaan  stromen. 8. Alle dingen zijn zo vermoeiend, dat niemand het kan uitspreken. Het oog wordt niet v...

6. Prediker 1: 5 - 8 Een eeuwig durende cirkel

Afbeelding
Het hele gedicht hoort bij elkaar, vind ik. Ik kan het niet maken om slechts de regels die we nu aan de orde stellen hier te citeren. Dus ik zet het gedicht in zijn geheel weer hier neer. Lees de verzen 5 - 8 met extra aandacht, want daar gaat het deze keer over: 2. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. 3. Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon? 4. De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan. De wijze dichter. Pixabay.com 5. De zon gaat op, de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij opging. 6. De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden. Al draaiend en draaiend gaat de wind, en al draaiend keert de wind weer terug. 7. Alle rivieren gaan naar de zee, toch raakt de zee niet vol. Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen, daarheen keren zij terug, om vandaar weer te gaan  st...

5. Prediker 1: 3 en 4 De mens zwoegt onder de zon, generatie op generatie

Afbeelding
2. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. 3. Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon? 4. De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan. 5. De zon gaat op, de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij opging. 6. De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden. Al draaien en draaiend gaat de wind, en al draaiend keert de wind weer terug. 7. Alle rivieren gaan naar de zee, toch raakt de zee niet vol. Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen, daarheen keren zij terug, om vandaar weer te gaan  stromen. 8. Alle dingen zijn zo vermoeiend, dat niemand het kan uitspreken. Het oog wordt niet verzadigd van zien, het oor wordt niet vol van horen. 9. Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon. 10. Is er ...

4. Prediker 1: 1,2 Alles is hăbēl: damp, lucht, vergankelijk, zinloos ...

Afbeelding
1. De woorden van Prediker, de zoon van David, koning in Jeruzalem. 2. Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. Vs 1   De woorden van Prediker , in het Hebreeuws de woorden van Qōhele t , van hem, die bijeenbrengt, die een vergadering toespreekt. 'Prediker' is een vondst van Luther. De woorden van de zoon van David, koning in Jeruzalem . (Zie hierover aflevering 2: Wie is de schrijver van Prediker? ) Vs. 2   In dit vers zet Prediker direct in met een zware stelling, misschien wel hét punt van zijn redevoering of boek. Het 'refrein' van de ijdelheid, de vluchtigheid of leegte zal in het boek nog vele keren terugkomen. IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. (SV) Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig. (HSV) Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. (NBV) Het Hebreeuwse wo...